Logo One Planet
Das in het museum. Foto: MPJO
Das in het museum. Foto: MPJO

Ecologische netwerken

Dieren moeten zich steeds verplaatsen. Ze zoeken voedsel, soortgenoten of nieuw leefgebied. Bebouwing, wegen, kanalen en hekken vormen barrières voor dieren. Het voortbestaan van veel diersoorten staat hierdoor onder druk.

Door natuurgebieden te vergroten, met elkaar te verbinden en nieuwe natuurgebieden te maken, ontstaat er een groot netwerk van natuur: een ecologisch netwerk. Want versnippering leidt tot een toename van algemene plant- en diersoorten, zeldzame soorten gaan juist achteruit of verdwijnen. Een ecologisch netwerk is van levensbelang voor veel plant- en diersoorten.

Das.

Das. Foto: ddh Photos / CC

De das

Onder de dassen vallen jaarlijks veel verkeersslachtoffers. Dassentunnels moeten de das helpen bij het oversteken.

In het bos vind je soms een hol en daarnaast grote hopen zand met een sleepspoor erin. Dat kan de toegang zijn tot een uitgebreid gangenstelsel met verschillende ruimtes: een dassenburcht. Daar woont de familie das (Meles meles). Van de jonge dassen die in de burcht geboren worden blijven er enkele bij de familiegroep wonen. De andere jongen maken lange trektochten op zoek naar een nieuw territorium.

Veilig oversteken

Rond 1900 waren er 12.000 dassen in Nederland. Door jacht en afname van hun leefgebied waren er in 1980 nog maar 1.200 dassen over. Een jachtverbod werd ingesteld. Sindsdien veroorzaakt de enorme toename van het verkeer veel verkeersslachtoffers onder de dassen; .

Wissel

Dassen zijn nachtdieren. Iedere avond verlaten ze hun burcht in het bos en lopen volgens vaste paden (wissels) naar grasland en akkers, op zoek naar wormen en kevers. Veel dassen worden daarbij aangereden. Inmiddels zijn speciaal voor dassen tunnels aangelegd waardoor er minder verkeersslachtoffers vallen. Toch sterven er in Nederland nog  jaarlijks ongeveer 700 dassen in het verkeer.

Dassentunnel 

Een dassentunnel, of kleine faunatunnel, maakt het kleine dieren mogelijk veilig de weg te passeren. De tunnels sluiten vaak aan op bestaande looproutes van dieren. Hekken en beplanting langs de weg leiden de dieren naar de tunnel toe. Zo’n tunnel is geschikt voor vossen, dassen, konijnen, egels, muizen en amfibieën.


Wist je dat
… een das zijn kleine oren naar voren toe kan buigen zodat er bij het graven geen zand in komt?


Wist je dat
… het aantal dassen in Nederland op dit moment wordt geschat op 5.000 tot 6.000?


De das in de collectie van Museon-Omniversum

Edelherten

Edelherten. Foto: Bernard Stam / CC

Edelhert

’s Zomers leven edelherten in bossen. In de winter is in de bossen niet genoeg voedsel te vinden en trekken ze naar rivierdalen. Dat is hun natuurlijk gedrag. De edelherten in Nederland leven in natuurparken, omgeven door hekken en wegen. Voor hen is die natuurlijke seizoentrek onmogelijk.

Het edelhert (Cervus elaphus) met zijn glanzend roodbruine vacht is het grootste hert in Europa. Het dier leeft in groepen (roedels) in bossen met open vlakten zoals heidevelden. In de zomer vormt een mannetje een gewei. In de herfst probeert elk mannetje een groep vrouwtjes bijeen te krijgen, een harem. Met indrukwekkende geluiden (burlen) en geweigekletter vindt het machtsvertoon tussen de mannetjes plaats.

Overbevolking 

Onze edelherten kunnen niet uit de natuurparken waardoor het gebied overbevolkt raakt. Ieder voorjaar wordt daarom een deel van de edelherten afgeschoten. Er zijn plannen om het edelhert meer bewegingsvrijheid te geven. Dan hoeven ze niet meer afgeschoten te worden en kunnen ze in de winter voedsel zoeken in de uiterwaarden.


 Wist je dat
… een gewei uit bot bestaat met een donkergrijze huid eromheen?


Wist je dat
… al onze edelherten in afgesloten natuurparken leven? Een vrij levend edelhert is de grens over gekomen uit Duitsland of België of ontsnapt uit een hertenkamp of fokkerij.


Het edelhert in de collectie van Museon-Omniversum

Otter

Otter. Foto: Stefan David

Otter

Om inteelt te voorkomen moeten dieren paren met soortgenoten uit een ander gebied, een andere populatie. Vaak is dat niet mogelijk doordat veel van onze natuurgebieden niet meer met elkaar in verbinding staan.

Otters (Lutra lutra) leven rondom de oevers van stromend water en meren met dichte begroeiing. Het zijn speelse bewegelijke dieren. Hun lichaam is sterk gestroomlijnd. Otters eten vooral paling, voorn, kikkers en vogels. Als in de winter het water bevriest zoekt hij ergens anders open water om voedsel te vinden.
Vroeger jaagden vissers veel op otters. Otters zouden teveel vis vangen en men gebruikte zijn waterafstotende en warme bont.

Gezond eten

Als bestrijdingsmiddelen, dioxines en PCB’s in het water terecht komen worden ze opgenomen door waterplanten en kleine waterdiertjes. De planten en waterdiertjes met deze gifstoffen worden gegeten door vissen en andere dieren, en die worden ook weer opgegeten. Uiteindelijk krijgt de otter het gif in zijn lijf. Dit proces van ophoping van gifstoffen heet accumulatie. Het zorgt ervoor dat otters zich niet goed meer kunnen voortplanten. Gelukkig is de Nederlandse waterkwaliteit inmiddels flink verbeterd.

‘Buitenlanders’

Otters kunnen alleen bestaan in een gezond milieu, waar de leefgebieden van verschillende otterpopulaties met elkaar verbonden zijn. De otter stierf in Nederland uit door afname van leefgebied en door watervervuiling. Nadat het leefgebied voor otters verbeterd werd, zijn otters uit Oost-Europa uitgezet. Momenteel komt de otter weer voor in Noordwest-Overijssel, Friesland, Gelderland en langs de Overijsselse Vecht.

Ontmoeting

Otters kunnen heel goed ruiken. De mannetjes en vrouwtjes leven apart, maar vinden elkaar door geursporen en gefluit. Alleen voor de paring komen ze bij elkaar. Ze paren in het water. Om inteelt te voorkomen is het nodig dat otters paren met otters uit een andere populatie. Daarom is het belangrijk dat leefgebieden van verschillende otterpopulaties met elkaar verbonden zijn.


Wist je dat
… een jonge otter zijn eerste duik neemt als hij 35 dagen oud is?


Wist je dat
… in 1988 de laatste otter werd doodgereden op de A7 in Friesland?


De otter in de collectie van Museon-Omniversum

Roerdomp

Roerdomp. Foto: Gertjan van Noord

Roerdomp

Vogels kunnen over wegen en bebouwing vliegen. Na een lange vlucht hebben ze een rust- en voedselplaats nodig om weer op krachten te komen. Omdat veel natuur verdwenen is, is het moeilijk voor hen geschikte rustplaatsen te vinden in ons huidige landschap.

De schuwe roerdomp (Botaurus stellaris) leeft in uitgestrekte rietmoerassen of langs oevers van meertjes met veel oud riet. Doodstil bespiedt de roerdomp zijn prooi: vooral vissen en kikkers. Hij heeft een goede schutkleur. Bij onraad steekt hij zijn nek en snavel omhoog. Onopvallend staat hij zo tussen het riet. En als het waait zwenkt hij met het wuivende riet mee.


Jonge roerdomp zoekt woonplaats

Een jonge roerdomp die volwassen wordt zoekt een eigen leefgebied. Tijdens die zoektocht kan hij ongeveer dertig kilometer vliegen. Binnen die afstand moet hij een moerasgebied vinden met water en struikgewas om op krachten te komen of zich te vestigen. Maar veel moeras is drooggelegd. Dat is fataal voor de jonge roerdompen.

Steeds minder

Rond 1850 leefden hier in de rietvelden duizenden roerdompen. Diep verstopt tussen het riet maakt een mannetje een aantal nesten. Maar de roerdomp heeft het moeilijk tegenwoordig. De rietteelt werd de laatste decennia steeds intensiever, veel moerasgebieden zijn droog gelegd en de hoeveelheid vis nam af. Er zijn nu nog 225 paar roerdompen; het is een beschermde vogel.


Wist je dat
…de roerdomp zijn ogen zo kan draaien dat hij 360 graden rondom zicht heeft? De roerdomp kan zijn omgeving daarom extra goed in de gaten houden.


Wist je dat
… een roerdompmannetje meerdere nesten bouwt? Zijn vrouwtje kiest er één uit en bouwt dat af.


De roerdomp in de collectie van Museon-Omniversum